Adolph Decker, 17571808 (aged 51 years)

Name
Adolph /Decker/
Given names
Adolph
Surname
Decker
Birth
January 11, 1757 31
Herzhausen
Latitude: 50.9517 Longitude: 8.0821
Christening
January 16, 1757 31 (aged 5 days)
Address: St. Martinskirche
Note: Peter E. Hollander: Het Doopboek van Obernetphen van 1757 werd aangetroffen in het kantoor van de pastoor van de St. Martinskirche, een vroeg-gotische kerk, oorsprongsjaar 1239, te Netphen. De tekst luidt:

Peter E. Hollander: Het Doopboek van Obernetphen van 1757 werd aangetroffen in het kantoor van de pastoor van de St. Martinskirche, een vroeg-gotische kerk, oorsprongsjaar 1239, te Netphen. De tekst luidt:

Obernetphe 16 (januari) Baptizatus est Adolphus Johannis Decker et Maria
Catharina conjugum fil. leg. ex Obernetphen
11 hujus natus levante Adolphus Decker ex Hertzhausen.

Christening of a sister
Christening of a brother
Death of a paternal grandmother
Christening of a brother
Christening of a sister
Death of a father
Christening of a sister
Occupation
soldaat
October 1774

De militaire loopbaan van Adolphus Decker

Hij behoort 27-3-1781 als grenadier bij de lijfcompagnie van het 1e Bataljon van het regiment infanterie van de Kolonel Baron van Pabst en is gelegerd in het garnizoen Groningen. Grenadiers hebben tot taak het werpen van handgranaten naar de vijand. Bestorming van bressen. Zij zijn voorzien van een geweer met bajonet en een tas met 20 handgranaten.
Hij is dan 23 jaar oud en lang 5-9-2 (1.80m). Hij is de vijfde in lengte van totaal 47 man. De minimumlengte was 5-4 Rijnlandse maat. Waarschijnlijk is hij in Oktober 1774 als soldaat begonnen. In latere stukken staat, “aan wie gepresenteerd en door wie goedgedaan”: Col. Pabst. Blijkbaar zijn eerste officier in het Staatse leger.
Op 24-3-1785 wordt hij korporaal en op 14-3-1793 wordt hij aangesteld als Capitain des Armes. Dit is hoofd van de wapenkamer, een sergeantsrang. Op 25-3-1794 wordt hij sergeant. Hij heeft dan 3 jaar 11 maanden en 23 dagen in de E compagnie gediend en 16 jaar en 5 maanden in de A compagnie. Op 30 juni 1795 gaat hij met pensioen. Op die datum komt het leger onder supervisie van de Fransen.
Uit de militaire gegevens blijkt dat Adolphus Decker is geboren in Obernetphen bij Siegen (in Nassau). Hij is van de Roomse religie.
In 1780/81 was blijkens een onderzoek ca. 45% van de in diensttredende militairen buitenlander. Hiervan was ca. 80% Duitser en daarvan kwamen velen uit Nassau. Met name de uit Siegen aangeworven soldaten golden meestal als zeer trouw aan de Oranjes. Hierbij is ook de invloed van Johan Maurits van Nassau Siegen van belang. Een sergeant verdiende toen 33 gulden per 42 dagen. Het verlengen van de kalendermaand in de loop der eeuwen tot 32, 42 en soms zelfs 48 dagen was uit geldgebrek.

De politieke situatie onder Prins Willem V

In 1784 ziet de Prins zich genoodzaakt uit Den Haag te vertrekken. De Stadhouderlijke familie verbleef sindsdien in het Oosten van het land. In Hattum accepteert het volk een Prinsgezinde burgemeester niet. Willem V organiseert september 1786 een strafexpeditie met behulp van Gelderse troepen uit Brabant. Als reactie schorsen de Staten van Holland de Prins als kapitein-generaal over
“hun leger”. Tevens roepen zij hun regimenten (ca.58%van het leger) terug naar het gewest Holland. In de zomer van 1787 gaat zijn vrouw op reis van Nijmegen naar Den Haag om het gezicht van de Oranjes te laten zien. De Prins zelf durfde niet. Bij Goejanverwellersluis wordt zij tegen gehouden. Willem V roept de hulp in van zijn zwager Frederik Willem II van Pruisen.
De vesting Naarden had het garnizoen versterkt op 18-9-1787 met troepen uit het Gooi als er een Pruisische divisie in het Gooi verschijnt. Naarden kiest geen partij tussen Patriotten en Prinsgezinden. De garnizoenscommandant, de prinsgezinde kolonel Baron de Mattha, gaat op 25-9-1787 naar Amsterdam vooroverleg met de commissie van defensie. De stadsregering geeft dan op 27-9-1787 de vesting over aan de Pruisen. Op 1-10-1787 marcheert het bataljon Infanterie Van Pabst uit Naarden. De Pruisen blijven circa 7 weken ingekwartierd in Naarden. Op 1-2-1793 verklaart Frankrijk de oorlog aan de Koning van Engeland en aan de Stadhouder der Nederlanden(dus niet aan de volken, maar aan hun tirannen).
In 1793 en begin 1794 zag het Nederlandse leger kans Franse aanvallen in België af te slaan, maar toen was men aan het eind van zijn krachten en langzamerhand week men voor de overmacht naar het Noorden terug. In januari 1795 trokken de Fransen o.l.v. Pichegru de bevroren rivieren over. Op 19januari verscheen een afdeling in het Gooi. De stad Naarden wordt overgegeven aan de Fransen. De Prins was inmiddels vanuit Scheveningen naar Engeland gevlucht.

Het regiment van Pabst

De militaire loopbaan van Arnold Jacob Hendrik Maurits van Pabst begint in 1762. In 1772 wordt hij kolonel commandant bij het regiment Nationalen nr. 18.Op 18-6-1781 wordt hij kolonel, het regiment heet voortaan regiment Pabst. Op 15-10-1787 wordt hij generaal majoor. Pabst volgt in 1772 François van Aertsen van Sommelsdijk op als kolonel
De legerplaatsen van het regiment zijn:
1773 Den Bosch.
1774 Steenbergen,Willemstad/Tholen,Lillo/Scheldeforten
1777 Arnhem Doesburg.
1778 Arnhem.
1779 Groningen en Fort Coevorden.
1780 Groningen.
1784 Tholen, Rijsel, Scheldeforten.
1785 Steenbergen, Den Bosch.
1786 Nijmegen.
1787 Naarden.
1789 Bergen op Zoom.
1790 Vlissingen, Middelburg.
1791 Middelburg, Vlissingen, Tholen, Zierikzee.
1792 Zutphen, Doesburg
1793 Zutphen, Doesburg.
1794 Breda.
Op 31 maart 1793 overlijdt Van Pabst, inmiddels Generaal Majoor, te Delft en hij wordt opgevolgd door Generaal Majoor Alexander, Graaf van Wartensleben.
In her regiment was circa 40% der officieren buitenlander.
In 1793 vond in het licht van de Franse dreiging een reorganisatie van het leger plaats.
Er waren 27 infanterie met elk 2 grenadierscompagnieën. Deze 54 compagnieën werden hergegroepeerd tot 9 grenadiersbataljons van elk 6 compagnieën. Of Adolphus bij deze reorganisatie betrokken was is niet bekend.

(notities Peter E. Hollander)

Death of a mother
Occupation
Employer: lijfscompagnie 1e bataljon van het regiment infanterie van de Kolonel Baron van Pabst

De militaire loopbaan van Adolphus Decker

Hij behoort 27-3-1781 als grenadier bij de lijfcompagnie van het 1e Bataljon van het regiment infanterie van de Kolonel Baron van Pabst en is gelegerd in het garnizoen Groningen. Grenadiers hebben tot taak het werpen van handgranaten naar de vijand. Bestorming van bressen. Zij zijn voorzien van een geweer met bajonet en een tas met 20 handgranaten.
Hij is dan 23 jaar oud en lang 5-9-2 (1.80m). Hij is de vijfde in lengte van totaal 47 man. De minimumlengte was 5-4 Rijnlandse maat. Waarschijnlijk is hij in Oktober 1774 als soldaat begonnen. In latere stukken staat, “aan wie gepresenteerd en door wie goedgedaan”: Col. Pabst. Blijkbaar zijn eerste officier in het Staatse leger.
Op 24-3-1785 wordt hij korporaal en op 14-3-1793 wordt hij aangesteld als Capitain des Armes. Dit is hoofd van de wapenkamer, een sergeantsrang. Op 25-3-1794 wordt hij sergeant. Hij heeft dan 3 jaar 11 maanden en 23 dagen in de E compagnie gediend en 16 jaar en 5 maanden in de A compagnie. Op 30 juni 1795 gaat hij met pensioen. Op die datum komt het leger onder supervisie van de Fransen.
Uit de militaire gegevens blijkt dat Adolphus Decker is geboren in Obernetphen bij Siegen (in Nassau). Hij is van de Roomse religie.
In 1780/81 was blijkens een onderzoek ca. 45% van de in diensttredende militairen buitenlander. Hiervan was ca. 80% Duitser en daarvan kwamen velen uit Nassau. Met name de uit Siegen aangeworven soldaten golden meestal als zeer trouw aan de Oranjes. Hierbij is ook de invloed van Johan Maurits van Nassau Siegen van belang. Een sergeant verdiende toen 33 gulden per 42 dagen. Het verlengen van de kalendermaand in de loop der eeuwen tot 32, 42 en soms zelfs 48 dagen was uit geldgebrek.

De politieke situatie onder Prins Willem V

In 1784 ziet de Prins zich genoodzaakt uit Den Haag te vertrekken. De Stadhouderlijke familie verbleef sindsdien in het Oosten van het land. In Hattum accepteert het volk een Prinsgezinde burgemeester niet. Willem V organiseert september 1786 een strafexpeditie met behulp van Gelderse troepen uit Brabant. Als reactie schorsen de Staten van Holland de Prins als kapitein-generaal over
“hun leger”. Tevens roepen zij hun regimenten (ca.58%van het leger) terug naar het gewest Holland. In de zomer van 1787 gaat zijn vrouw op reis van Nijmegen naar Den Haag om het gezicht van de Oranjes te laten zien. De Prins zelf durfde niet. Bij Goejanverwellersluis wordt zij tegen gehouden. Willem V roept de hulp in van zijn zwager Frederik Willem II van Pruisen.
De vesting Naarden had het garnizoen versterkt op 18-9-1787 met troepen uit het Gooi als er een Pruisische divisie in het Gooi verschijnt. Naarden kiest geen partij tussen Patriotten en Prinsgezinden. De garnizoenscommandant, de prinsgezinde kolonel Baron de Mattha, gaat op 25-9-1787 naar Amsterdam vooroverleg met de commissie van defensie. De stadsregering geeft dan op 27-9-1787 de vesting over aan de Pruisen. Op 1-10-1787 marcheert het bataljon Infanterie Van Pabst uit Naarden. De Pruisen blijven circa 7 weken ingekwartierd in Naarden. Op 1-2-1793 verklaart Frankrijk de oorlog aan de Koning van Engeland en aan de Stadhouder der Nederlanden(dus niet aan de volken, maar aan hun tirannen).
In 1793 en begin 1794 zag het Nederlandse leger kans Franse aanvallen in België af te slaan, maar toen was men aan het eind van zijn krachten en langzamerhand week men voor de overmacht naar het Noorden terug. In januari 1795 trokken de Fransen o.l.v. Pichegru de bevroren rivieren over. Op 19januari verscheen een afdeling in het Gooi. De stad Naarden wordt overgegeven aan de Fransen. De Prins was inmiddels vanuit Scheveningen naar Engeland gevlucht.

Het regiment van Pabst

De militaire loopbaan van Arnold Jacob Hendrik Maurits van Pabst begint in 1762. In 1772 wordt hij kolonel commandant bij het regiment Nationalen nr. 18.Op 18-6-1781 wordt hij kolonel, het regiment heet voortaan regiment Pabst. Op 15-10-1787 wordt hij generaal majoor. Pabst volgt in 1772 François van Aertsen van Sommelsdijk op als kolonel
De legerplaatsen van het regiment zijn:
1773 Den Bosch.
1774 Steenbergen,Willemstad/Tholen,Lillo/Scheldeforten
1777 Arnhem Doesburg.
1778 Arnhem.
1779 Groningen en Fort Coevorden.
1780 Groningen.
1784 Tholen, Rijsel, Scheldeforten.
1785 Steenbergen, Den Bosch.
1786 Nijmegen.
1787 Naarden.
1789 Bergen op Zoom.
1790 Vlissingen, Middelburg.
1791 Middelburg, Vlissingen, Tholen, Zierikzee.
1792 Zutphen, Doesburg
1793 Zutphen, Doesburg.
1794 Breda.
Op 31 maart 1793 overlijdt Van Pabst, inmiddels Generaal Majoor, te Delft en hij wordt opgevolgd door Generaal Majoor Alexander, Graaf van Wartensleben.
In her regiment was circa 40% der officieren buitenlander.
In 1793 vond in het licht van de Franse dreiging een reorganisatie van het leger plaats.
Er waren 27 infanterie met elk 2 grenadierscompagnieën. Deze 54 compagnieën werden hergegroepeerd tot 9 grenadiersbataljons van elk 6 compagnieën. Of Adolphus bij deze reorganisatie betrokken was is niet bekend.

(notities Peter E. Hollander)

Occupation
corporaal
March 24, 1785
Employer: compagnie letter A van de Kolonel Baron van Pabst

De militaire loopbaan van Adolphus Decker

Hij behoort 27-3-1781 als grenadier bij de lijfcompagnie van het 1e Bataljon van het regiment infanterie van de Kolonel Baron van Pabst en is gelegerd in het garnizoen Groningen. Grenadiers hebben tot taak het werpen van handgranaten naar de vijand. Bestorming van bressen. Zij zijn voorzien van een geweer met bajonet en een tas met 20 handgranaten.
Hij is dan 23 jaar oud en lang 5-9-2 (1.80m). Hij is de vijfde in lengte van totaal 47 man. De minimumlengte was 5-4 Rijnlandse maat. Waarschijnlijk is hij in Oktober 1774 als soldaat begonnen. In latere stukken staat, “aan wie gepresenteerd en door wie goedgedaan”: Col. Pabst. Blijkbaar zijn eerste officier in het Staatse leger.
Op 24-3-1785 wordt hij korporaal en op 14-3-1793 wordt hij aangesteld als Capitain des Armes. Dit is hoofd van de wapenkamer, een sergeantsrang. Op 25-3-1794 wordt hij sergeant. Hij heeft dan 3 jaar 11 maanden en 23 dagen in de E compagnie gediend en 16 jaar en 5 maanden in de A compagnie. Op 30 juni 1795 gaat hij met pensioen. Op die datum komt het leger onder supervisie van de Fransen.
Uit de militaire gegevens blijkt dat Adolphus Decker is geboren in Obernetphen bij Siegen (in Nassau). Hij is van de Roomse religie.
In 1780/81 was blijkens een onderzoek ca. 45% van de in diensttredende militairen buitenlander. Hiervan was ca. 80% Duitser en daarvan kwamen velen uit Nassau. Met name de uit Siegen aangeworven soldaten golden meestal als zeer trouw aan de Oranjes. Hierbij is ook de invloed van Johan Maurits van Nassau Siegen van belang. Een sergeant verdiende toen 33 gulden per 42 dagen. Het verlengen van de kalendermaand in de loop der eeuwen tot 32, 42 en soms zelfs 48 dagen was uit geldgebrek.

De politieke situatie onder Prins Willem V

In 1784 ziet de Prins zich genoodzaakt uit Den Haag te vertrekken. De Stadhouderlijke familie verbleef sindsdien in het Oosten van het land. In Hattum accepteert het volk een Prinsgezinde burgemeester niet. Willem V organiseert september 1786 een strafexpeditie met behulp van Gelderse troepen uit Brabant. Als reactie schorsen de Staten van Holland de Prins als kapitein-generaal over
“hun leger”. Tevens roepen zij hun regimenten (ca.58%van het leger) terug naar het gewest Holland. In de zomer van 1787 gaat zijn vrouw op reis van Nijmegen naar Den Haag om het gezicht van de Oranjes te laten zien. De Prins zelf durfde niet. Bij Goejanverwellersluis wordt zij tegen gehouden. Willem V roept de hulp in van zijn zwager Frederik Willem II van Pruisen.
De vesting Naarden had het garnizoen versterkt op 18-9-1787 met troepen uit het Gooi als er een Pruisische divisie in het Gooi verschijnt. Naarden kiest geen partij tussen Patriotten en Prinsgezinden. De garnizoenscommandant, de prinsgezinde kolonel Baron de Mattha, gaat op 25-9-1787 naar Amsterdam vooroverleg met de commissie van defensie. De stadsregering geeft dan op 27-9-1787 de vesting over aan de Pruisen. Op 1-10-1787 marcheert het bataljon Infanterie Van Pabst uit Naarden. De Pruisen blijven circa 7 weken ingekwartierd in Naarden. Op 1-2-1793 verklaart Frankrijk de oorlog aan de Koning van Engeland en aan de Stadhouder der Nederlanden(dus niet aan de volken, maar aan hun tirannen).
In 1793 en begin 1794 zag het Nederlandse leger kans Franse aanvallen in België af te slaan, maar toen was men aan het eind van zijn krachten en langzamerhand week men voor de overmacht naar het Noorden terug. In januari 1795 trokken de Fransen o.l.v. Pichegru de bevroren rivieren over. Op 19januari verscheen een afdeling in het Gooi. De stad Naarden wordt overgegeven aan de Fransen. De Prins was inmiddels vanuit Scheveningen naar Engeland gevlucht.

Het regiment van Pabst

De militaire loopbaan van Arnold Jacob Hendrik Maurits van Pabst begint in 1762. In 1772 wordt hij kolonel commandant bij het regiment Nationalen nr. 18.Op 18-6-1781 wordt hij kolonel, het regiment heet voortaan regiment Pabst. Op 15-10-1787 wordt hij generaal majoor. Pabst volgt in 1772 François van Aertsen van Sommelsdijk op als kolonel
De legerplaatsen van het regiment zijn:
1773 Den Bosch.
1774 Steenbergen,Willemstad/Tholen,Lillo/Scheldeforten
1777 Arnhem Doesburg.
1778 Arnhem.
1779 Groningen en Fort Coevorden.
1780 Groningen.
1784 Tholen, Rijsel, Scheldeforten.
1785 Steenbergen, Den Bosch.
1786 Nijmegen.
1787 Naarden.
1789 Bergen op Zoom.
1790 Vlissingen, Middelburg.
1791 Middelburg, Vlissingen, Tholen, Zierikzee.
1792 Zutphen, Doesburg
1793 Zutphen, Doesburg.
1794 Breda.
Op 31 maart 1793 overlijdt Van Pabst, inmiddels Generaal Majoor, te Delft en hij wordt opgevolgd door Generaal Majoor Alexander, Graaf van Wartensleben.
In her regiment was circa 40% der officieren buitenlander.
In 1793 vond in het licht van de Franse dreiging een reorganisatie van het leger plaats.
Er waren 27 infanterie met elk 2 grenadierscompagnieën. Deze 54 compagnieën werden hergegroepeerd tot 9 grenadiersbataljons van elk 6 compagnieën. Of Adolphus bij deze reorganisatie betrokken was is niet bekend.

(notities Peter E. Hollander)

Civil marriage
September 13, 1787 (aged 30 years) Husband: 30 Wife: 24
Address: Naarden
Note: Peter E. Hollander: Huwelijk voltrokken voor Schout en Schepenen van Naarden: hij was Rooms, zij Hervormd
Christening of a daughter
Christening of a son
Occupation
capitain des armes
March 14, 1793
Employer: compagnie letter A van de Kolonel Baron van Pabst

De militaire loopbaan van Adolphus Decker

Hij behoort 27-3-1781 als grenadier bij de lijfcompagnie van het 1e Bataljon van het regiment infanterie van de Kolonel Baron van Pabst en is gelegerd in het garnizoen Groningen. Grenadiers hebben tot taak het werpen van handgranaten naar de vijand. Bestorming van bressen. Zij zijn voorzien van een geweer met bajonet en een tas met 20 handgranaten.
Hij is dan 23 jaar oud en lang 5-9-2 (1.80m). Hij is de vijfde in lengte van totaal 47 man. De minimumlengte was 5-4 Rijnlandse maat. Waarschijnlijk is hij in Oktober 1774 als soldaat begonnen. In latere stukken staat, “aan wie gepresenteerd en door wie goedgedaan”: Col. Pabst. Blijkbaar zijn eerste officier in het Staatse leger.
Op 24-3-1785 wordt hij korporaal en op 14-3-1793 wordt hij aangesteld als Capitain des Armes. Dit is hoofd van de wapenkamer, een sergeantsrang. Op 25-3-1794 wordt hij sergeant. Hij heeft dan 3 jaar 11 maanden en 23 dagen in de E compagnie gediend en 16 jaar en 5 maanden in de A compagnie. Op 30 juni 1795 gaat hij met pensioen. Op die datum komt het leger onder supervisie van de Fransen.
Uit de militaire gegevens blijkt dat Adolphus Decker is geboren in Obernetphen bij Siegen (in Nassau). Hij is van de Roomse religie.
In 1780/81 was blijkens een onderzoek ca. 45% van de in diensttredende militairen buitenlander. Hiervan was ca. 80% Duitser en daarvan kwamen velen uit Nassau. Met name de uit Siegen aangeworven soldaten golden meestal als zeer trouw aan de Oranjes. Hierbij is ook de invloed van Johan Maurits van Nassau Siegen van belang. Een sergeant verdiende toen 33 gulden per 42 dagen. Het verlengen van de kalendermaand in de loop der eeuwen tot 32, 42 en soms zelfs 48 dagen was uit geldgebrek.

De politieke situatie onder Prins Willem V

In 1784 ziet de Prins zich genoodzaakt uit Den Haag te vertrekken. De Stadhouderlijke familie verbleef sindsdien in het Oosten van het land. In Hattum accepteert het volk een Prinsgezinde burgemeester niet. Willem V organiseert september 1786 een strafexpeditie met behulp van Gelderse troepen uit Brabant. Als reactie schorsen de Staten van Holland de Prins als kapitein-generaal over
“hun leger”. Tevens roepen zij hun regimenten (ca.58%van het leger) terug naar het gewest Holland. In de zomer van 1787 gaat zijn vrouw op reis van Nijmegen naar Den Haag om het gezicht van de Oranjes te laten zien. De Prins zelf durfde niet. Bij Goejanverwellersluis wordt zij tegen gehouden. Willem V roept de hulp in van zijn zwager Frederik Willem II van Pruisen.
De vesting Naarden had het garnizoen versterkt op 18-9-1787 met troepen uit het Gooi als er een Pruisische divisie in het Gooi verschijnt. Naarden kiest geen partij tussen Patriotten en Prinsgezinden. De garnizoenscommandant, de prinsgezinde kolonel Baron de Mattha, gaat op 25-9-1787 naar Amsterdam vooroverleg met de commissie van defensie. De stadsregering geeft dan op 27-9-1787 de vesting over aan de Pruisen. Op 1-10-1787 marcheert het bataljon Infanterie Van Pabst uit Naarden. De Pruisen blijven circa 7 weken ingekwartierd in Naarden. Op 1-2-1793 verklaart Frankrijk de oorlog aan de Koning van Engeland en aan de Stadhouder der Nederlanden(dus niet aan de volken, maar aan hun tirannen).
In 1793 en begin 1794 zag het Nederlandse leger kans Franse aanvallen in België af te slaan, maar toen was men aan het eind van zijn krachten en langzamerhand week men voor de overmacht naar het Noorden terug. In januari 1795 trokken de Fransen o.l.v. Pichegru de bevroren rivieren over. Op 19januari verscheen een afdeling in het Gooi. De stad Naarden wordt overgegeven aan de Fransen. De Prins was inmiddels vanuit Scheveningen naar Engeland gevlucht.

Het regiment van Pabst

De militaire loopbaan van Arnold Jacob Hendrik Maurits van Pabst begint in 1762. In 1772 wordt hij kolonel commandant bij het regiment Nationalen nr. 18.Op 18-6-1781 wordt hij kolonel, het regiment heet voortaan regiment Pabst. Op 15-10-1787 wordt hij generaal majoor. Pabst volgt in 1772 François van Aertsen van Sommelsdijk op als kolonel
De legerplaatsen van het regiment zijn:
1773 Den Bosch.
1774 Steenbergen,Willemstad/Tholen,Lillo/Scheldeforten
1777 Arnhem Doesburg.
1778 Arnhem.
1779 Groningen en Fort Coevorden.
1780 Groningen.
1784 Tholen, Rijsel, Scheldeforten.
1785 Steenbergen, Den Bosch.
1786 Nijmegen.
1787 Naarden.
1789 Bergen op Zoom.
1790 Vlissingen, Middelburg.
1791 Middelburg, Vlissingen, Tholen, Zierikzee.
1792 Zutphen, Doesburg
1793 Zutphen, Doesburg.
1794 Breda.
Op 31 maart 1793 overlijdt Van Pabst, inmiddels Generaal Majoor, te Delft en hij wordt opgevolgd door Generaal Majoor Alexander, Graaf van Wartensleben.
In her regiment was circa 40% der officieren buitenlander.
In 1793 vond in het licht van de Franse dreiging een reorganisatie van het leger plaats.
Er waren 27 infanterie met elk 2 grenadierscompagnieën. Deze 54 compagnieën werden hergegroepeerd tot 9 grenadiersbataljons van elk 6 compagnieën. Of Adolphus bij deze reorganisatie betrokken was is niet bekend.

(notities Peter E. Hollander)

Birth of a daughter
Christening of a daughter
Christening of a daughter
Occupation
pensioen
June 30, 1795

De militaire loopbaan van Adolphus Decker

Hij behoort 27-3-1781 als grenadier bij de lijfcompagnie van het 1e Bataljon van het regiment infanterie van de Kolonel Baron van Pabst en is gelegerd in het garnizoen Groningen. Grenadiers hebben tot taak het werpen van handgranaten naar de vijand. Bestorming van bressen. Zij zijn voorzien van een geweer met bajonet en een tas met 20 handgranaten.
Hij is dan 23 jaar oud en lang 5-9-2 (1.80m). Hij is de vijfde in lengte van totaal 47 man. De minimumlengte was 5-4 Rijnlandse maat. Waarschijnlijk is hij in Oktober 1774 als soldaat begonnen. In latere stukken staat, “aan wie gepresenteerd en door wie goedgedaan”: Col. Pabst. Blijkbaar zijn eerste officier in het Staatse leger.
Op 24-3-1785 wordt hij korporaal en op 14-3-1793 wordt hij aangesteld als Capitain des Armes. Dit is hoofd van de wapenkamer, een sergeantsrang. Op 25-3-1794 wordt hij sergeant. Hij heeft dan 3 jaar 11 maanden en 23 dagen in de E compagnie gediend en 16 jaar en 5 maanden in de A compagnie. Op 30 juni 1795 gaat hij met pensioen. Op die datum komt het leger onder supervisie van de Fransen.
Uit de militaire gegevens blijkt dat Adolphus Decker is geboren in Obernetphen bij Siegen (in Nassau). Hij is van de Roomse religie.
In 1780/81 was blijkens een onderzoek ca. 45% van de in diensttredende militairen buitenlander. Hiervan was ca. 80% Duitser en daarvan kwamen velen uit Nassau. Met name de uit Siegen aangeworven soldaten golden meestal als zeer trouw aan de Oranjes. Hierbij is ook de invloed van Johan Maurits van Nassau Siegen van belang. Een sergeant verdiende toen 33 gulden per 42 dagen. Het verlengen van de kalendermaand in de loop der eeuwen tot 32, 42 en soms zelfs 48 dagen was uit geldgebrek.

De politieke situatie onder Prins Willem V

In 1784 ziet de Prins zich genoodzaakt uit Den Haag te vertrekken. De Stadhouderlijke familie verbleef sindsdien in het Oosten van het land. In Hattum accepteert het volk een Prinsgezinde burgemeester niet. Willem V organiseert september 1786 een strafexpeditie met behulp van Gelderse troepen uit Brabant. Als reactie schorsen de Staten van Holland de Prins als kapitein-generaal over
“hun leger”. Tevens roepen zij hun regimenten (ca.58%van het leger) terug naar het gewest Holland. In de zomer van 1787 gaat zijn vrouw op reis van Nijmegen naar Den Haag om het gezicht van de Oranjes te laten zien. De Prins zelf durfde niet. Bij Goejanverwellersluis wordt zij tegen gehouden. Willem V roept de hulp in van zijn zwager Frederik Willem II van Pruisen.
De vesting Naarden had het garnizoen versterkt op 18-9-1787 met troepen uit het Gooi als er een Pruisische divisie in het Gooi verschijnt. Naarden kiest geen partij tussen Patriotten en Prinsgezinden. De garnizoenscommandant, de prinsgezinde kolonel Baron de Mattha, gaat op 25-9-1787 naar Amsterdam vooroverleg met de commissie van defensie. De stadsregering geeft dan op 27-9-1787 de vesting over aan de Pruisen. Op 1-10-1787 marcheert het bataljon Infanterie Van Pabst uit Naarden. De Pruisen blijven circa 7 weken ingekwartierd in Naarden. Op 1-2-1793 verklaart Frankrijk de oorlog aan de Koning van Engeland en aan de Stadhouder der Nederlanden(dus niet aan de volken, maar aan hun tirannen).
In 1793 en begin 1794 zag het Nederlandse leger kans Franse aanvallen in België af te slaan, maar toen was men aan het eind van zijn krachten en langzamerhand week men voor de overmacht naar het Noorden terug. In januari 1795 trokken de Fransen o.l.v. Pichegru de bevroren rivieren over. Op 19januari verscheen een afdeling in het Gooi. De stad Naarden wordt overgegeven aan de Fransen. De Prins was inmiddels vanuit Scheveningen naar Engeland gevlucht.

Het regiment van Pabst

De militaire loopbaan van Arnold Jacob Hendrik Maurits van Pabst begint in 1762. In 1772 wordt hij kolonel commandant bij het regiment Nationalen nr. 18.Op 18-6-1781 wordt hij kolonel, het regiment heet voortaan regiment Pabst. Op 15-10-1787 wordt hij generaal majoor. Pabst volgt in 1772 François van Aertsen van Sommelsdijk op als kolonel
De legerplaatsen van het regiment zijn:
1773 Den Bosch.
1774 Steenbergen,Willemstad/Tholen,Lillo/Scheldeforten
1777 Arnhem Doesburg.
1778 Arnhem.
1779 Groningen en Fort Coevorden.
1780 Groningen.
1784 Tholen, Rijsel, Scheldeforten.
1785 Steenbergen, Den Bosch.
1786 Nijmegen.
1787 Naarden.
1789 Bergen op Zoom.
1790 Vlissingen, Middelburg.
1791 Middelburg, Vlissingen, Tholen, Zierikzee.
1792 Zutphen, Doesburg
1793 Zutphen, Doesburg.
1794 Breda.
Op 31 maart 1793 overlijdt Van Pabst, inmiddels Generaal Majoor, te Delft en hij wordt opgevolgd door Generaal Majoor Alexander, Graaf van Wartensleben.
In her regiment was circa 40% der officieren buitenlander.
In 1793 vond in het licht van de Franse dreiging een reorganisatie van het leger plaats.
Er waren 27 infanterie met elk 2 grenadierscompagnieën. Deze 54 compagnieën werden hergegroepeerd tot 9 grenadiersbataljons van elk 6 compagnieën. Of Adolphus bij deze reorganisatie betrokken was is niet bekend.

(notities Peter E. Hollander)

Christening of a daughter
Christening of a daughter
Christening of a son
Christening of a daughter
Note: adres is dan Gijgelstraat te Naarden. Deze is later omgedoopt in St. Vitusstraat
Christening of a daughter
Note: getuige Geertrui Emmerling
Death
September 12, 1808 (aged 51 years)
Religion
Rooms
Family with parents
father
mother
Y YApril 13, 1746
2 years
brother
3 years
sister
4 years
sister
5 years
sister
3 years
brother
23 months
brother
2 years
sister
2 years
sister
-12 years
himself
Stamlijst van de Compagnie Letter A 24 maart 1785
17571808
Birth: January 11, 1757 31 Herzhausen
Death: September 12, 1808Naarden
Family with Johanna Antonia Emmerling
himself
Stamlijst van de Compagnie Letter A 24 maart 1785
17571808
Birth: January 11, 1757 31 Herzhausen
Death: September 12, 1808Naarden
wife
Civil marriage Civil marriageSeptember 13, 1787Naarden
1 month
daughter
3 years
son
3 years
daughter
17931859
Birth: September 7, 1793 36 30
Death: March 12, 1859
daughter
1793
Christening: September 11, 1793 36 30 Naarden
Death:
3 years
daughter
3 years
daughter
3 years
son
18011877
Christening: November 27, 1801 44 38 Naarden
Death: October 31, 1877
1 month
daughter
18011811
Christening: December 27, 1801 44 38 Naarden
Death: November 12, 1811
4 years
daughter
Christening

Peter E. Hollander: Het Doopboek van Obernetphen van 1757 werd aangetroffen in het kantoor van de pastoor van de St. Martinskirche, een vroeg-gotische kerk, oorsprongsjaar 1239, te Netphen. De tekst luidt:

Obernetphe 16 (januari) Baptizatus est Adolphus Johannis Decker et Maria
Catharina conjugum fil. leg. ex Obernetphen
11 hujus natus levante Adolphus Decker ex Hertzhausen.

Occupation
Shared note

De militaire loopbaan van Adolphus Decker

Hij behoort 27-3-1781 als grenadier bij de lijfcompagnie van het 1e Bataljon van het regiment infanterie van de Kolonel Baron van Pabst en is gelegerd in het garnizoen Groningen. Grenadiers hebben tot taak het werpen van handgranaten naar de vijand. Bestorming van bressen. Zij zijn voorzien van een geweer met bajonet en een tas met 20 handgranaten.
Hij is dan 23 jaar oud en lang 5-9-2 (1.80m). Hij is de vijfde in lengte van totaal 47 man. De minimumlengte was 5-4 Rijnlandse maat. Waarschijnlijk is hij in Oktober 1774 als soldaat begonnen. In latere stukken staat, “aan wie gepresenteerd en door wie goedgedaan”: Col. Pabst. Blijkbaar zijn eerste officier in het Staatse leger.
Op 24-3-1785 wordt hij korporaal en op 14-3-1793 wordt hij aangesteld als Capitain des Armes. Dit is hoofd van de wapenkamer, een sergeantsrang. Op 25-3-1794 wordt hij sergeant. Hij heeft dan 3 jaar 11 maanden en 23 dagen in de E compagnie gediend en 16 jaar en 5 maanden in de A compagnie. Op 30 juni 1795 gaat hij met pensioen. Op die datum komt het leger onder supervisie van de Fransen.
Uit de militaire gegevens blijkt dat Adolphus Decker is geboren in Obernetphen bij Siegen (in Nassau). Hij is van de Roomse religie.
In 1780/81 was blijkens een onderzoek ca. 45% van de in diensttredende militairen buitenlander. Hiervan was ca. 80% Duitser en daarvan kwamen velen uit Nassau. Met name de uit Siegen aangeworven soldaten golden meestal als zeer trouw aan de Oranjes. Hierbij is ook de invloed van Johan Maurits van Nassau Siegen van belang. Een sergeant verdiende toen 33 gulden per 42 dagen. Het verlengen van de kalendermaand in de loop der eeuwen tot 32, 42 en soms zelfs 48 dagen was uit geldgebrek.

De politieke situatie onder Prins Willem V

In 1784 ziet de Prins zich genoodzaakt uit Den Haag te vertrekken. De Stadhouderlijke familie verbleef sindsdien in het Oosten van het land. In Hattum accepteert het volk een Prinsgezinde burgemeester niet. Willem V organiseert september 1786 een strafexpeditie met behulp van Gelderse troepen uit Brabant. Als reactie schorsen de Staten van Holland de Prins als kapitein-generaal over
“hun leger”. Tevens roepen zij hun regimenten (ca.58%van het leger) terug naar het gewest Holland. In de zomer van 1787 gaat zijn vrouw op reis van Nijmegen naar Den Haag om het gezicht van de Oranjes te laten zien. De Prins zelf durfde niet. Bij Goejanverwellersluis wordt zij tegen gehouden. Willem V roept de hulp in van zijn zwager Frederik Willem II van Pruisen.
De vesting Naarden had het garnizoen versterkt op 18-9-1787 met troepen uit het Gooi als er een Pruisische divisie in het Gooi verschijnt. Naarden kiest geen partij tussen Patriotten en Prinsgezinden. De garnizoenscommandant, de prinsgezinde kolonel Baron de Mattha, gaat op 25-9-1787 naar Amsterdam vooroverleg met de commissie van defensie. De stadsregering geeft dan op 27-9-1787 de vesting over aan de Pruisen. Op 1-10-1787 marcheert het bataljon Infanterie Van Pabst uit Naarden. De Pruisen blijven circa 7 weken ingekwartierd in Naarden. Op 1-2-1793 verklaart Frankrijk de oorlog aan de Koning van Engeland en aan de Stadhouder der Nederlanden(dus niet aan de volken, maar aan hun tirannen).
In 1793 en begin 1794 zag het Nederlandse leger kans Franse aanvallen in België af te slaan, maar toen was men aan het eind van zijn krachten en langzamerhand week men voor de overmacht naar het Noorden terug. In januari 1795 trokken de Fransen o.l.v. Pichegru de bevroren rivieren over. Op 19januari verscheen een afdeling in het Gooi. De stad Naarden wordt overgegeven aan de Fransen. De Prins was inmiddels vanuit Scheveningen naar Engeland gevlucht.

Het regiment van Pabst

De militaire loopbaan van Arnold Jacob Hendrik Maurits van Pabst begint in 1762. In 1772 wordt hij kolonel commandant bij het regiment Nationalen nr. 18.Op 18-6-1781 wordt hij kolonel, het regiment heet voortaan regiment Pabst. Op 15-10-1787 wordt hij generaal majoor. Pabst volgt in 1772 François van Aertsen van Sommelsdijk op als kolonel
De legerplaatsen van het regiment zijn:
1773 Den Bosch.
1774 Steenbergen,Willemstad/Tholen,Lillo/Scheldeforten
1777 Arnhem Doesburg.
1778 Arnhem.
1779 Groningen en Fort Coevorden.
1780 Groningen.
1784 Tholen, Rijsel, Scheldeforten.
1785 Steenbergen, Den Bosch.
1786 Nijmegen.
1787 Naarden.
1789 Bergen op Zoom.
1790 Vlissingen, Middelburg.
1791 Middelburg, Vlissingen, Tholen, Zierikzee.
1792 Zutphen, Doesburg
1793 Zutphen, Doesburg.
1794 Breda.
Op 31 maart 1793 overlijdt Van Pabst, inmiddels Generaal Majoor, te Delft en hij wordt opgevolgd door Generaal Majoor Alexander, Graaf van Wartensleben.
In her regiment was circa 40% der officieren buitenlander.
In 1793 vond in het licht van de Franse dreiging een reorganisatie van het leger plaats.
Er waren 27 infanterie met elk 2 grenadierscompagnieën. Deze 54 compagnieën werden hergegroepeerd tot 9 grenadiersbataljons van elk 6 compagnieën. Of Adolphus bij deze reorganisatie betrokken was is niet bekend.

(notities Peter E. Hollander)

Occupation
Shared note

De militaire loopbaan van Adolphus Decker

Hij behoort 27-3-1781 als grenadier bij de lijfcompagnie van het 1e Bataljon van het regiment infanterie van de Kolonel Baron van Pabst en is gelegerd in het garnizoen Groningen. Grenadiers hebben tot taak het werpen van handgranaten naar de vijand. Bestorming van bressen. Zij zijn voorzien van een geweer met bajonet en een tas met 20 handgranaten.
Hij is dan 23 jaar oud en lang 5-9-2 (1.80m). Hij is de vijfde in lengte van totaal 47 man. De minimumlengte was 5-4 Rijnlandse maat. Waarschijnlijk is hij in Oktober 1774 als soldaat begonnen. In latere stukken staat, “aan wie gepresenteerd en door wie goedgedaan”: Col. Pabst. Blijkbaar zijn eerste officier in het Staatse leger.
Op 24-3-1785 wordt hij korporaal en op 14-3-1793 wordt hij aangesteld als Capitain des Armes. Dit is hoofd van de wapenkamer, een sergeantsrang. Op 25-3-1794 wordt hij sergeant. Hij heeft dan 3 jaar 11 maanden en 23 dagen in de E compagnie gediend en 16 jaar en 5 maanden in de A compagnie. Op 30 juni 1795 gaat hij met pensioen. Op die datum komt het leger onder supervisie van de Fransen.
Uit de militaire gegevens blijkt dat Adolphus Decker is geboren in Obernetphen bij Siegen (in Nassau). Hij is van de Roomse religie.
In 1780/81 was blijkens een onderzoek ca. 45% van de in diensttredende militairen buitenlander. Hiervan was ca. 80% Duitser en daarvan kwamen velen uit Nassau. Met name de uit Siegen aangeworven soldaten golden meestal als zeer trouw aan de Oranjes. Hierbij is ook de invloed van Johan Maurits van Nassau Siegen van belang. Een sergeant verdiende toen 33 gulden per 42 dagen. Het verlengen van de kalendermaand in de loop der eeuwen tot 32, 42 en soms zelfs 48 dagen was uit geldgebrek.

De politieke situatie onder Prins Willem V

In 1784 ziet de Prins zich genoodzaakt uit Den Haag te vertrekken. De Stadhouderlijke familie verbleef sindsdien in het Oosten van het land. In Hattum accepteert het volk een Prinsgezinde burgemeester niet. Willem V organiseert september 1786 een strafexpeditie met behulp van Gelderse troepen uit Brabant. Als reactie schorsen de Staten van Holland de Prins als kapitein-generaal over
“hun leger”. Tevens roepen zij hun regimenten (ca.58%van het leger) terug naar het gewest Holland. In de zomer van 1787 gaat zijn vrouw op reis van Nijmegen naar Den Haag om het gezicht van de Oranjes te laten zien. De Prins zelf durfde niet. Bij Goejanverwellersluis wordt zij tegen gehouden. Willem V roept de hulp in van zijn zwager Frederik Willem II van Pruisen.
De vesting Naarden had het garnizoen versterkt op 18-9-1787 met troepen uit het Gooi als er een Pruisische divisie in het Gooi verschijnt. Naarden kiest geen partij tussen Patriotten en Prinsgezinden. De garnizoenscommandant, de prinsgezinde kolonel Baron de Mattha, gaat op 25-9-1787 naar Amsterdam vooroverleg met de commissie van defensie. De stadsregering geeft dan op 27-9-1787 de vesting over aan de Pruisen. Op 1-10-1787 marcheert het bataljon Infanterie Van Pabst uit Naarden. De Pruisen blijven circa 7 weken ingekwartierd in Naarden. Op 1-2-1793 verklaart Frankrijk de oorlog aan de Koning van Engeland en aan de Stadhouder der Nederlanden(dus niet aan de volken, maar aan hun tirannen).
In 1793 en begin 1794 zag het Nederlandse leger kans Franse aanvallen in België af te slaan, maar toen was men aan het eind van zijn krachten en langzamerhand week men voor de overmacht naar het Noorden terug. In januari 1795 trokken de Fransen o.l.v. Pichegru de bevroren rivieren over. Op 19januari verscheen een afdeling in het Gooi. De stad Naarden wordt overgegeven aan de Fransen. De Prins was inmiddels vanuit Scheveningen naar Engeland gevlucht.

Het regiment van Pabst

De militaire loopbaan van Arnold Jacob Hendrik Maurits van Pabst begint in 1762. In 1772 wordt hij kolonel commandant bij het regiment Nationalen nr. 18.Op 18-6-1781 wordt hij kolonel, het regiment heet voortaan regiment Pabst. Op 15-10-1787 wordt hij generaal majoor. Pabst volgt in 1772 François van Aertsen van Sommelsdijk op als kolonel
De legerplaatsen van het regiment zijn:
1773 Den Bosch.
1774 Steenbergen,Willemstad/Tholen,Lillo/Scheldeforten
1777 Arnhem Doesburg.
1778 Arnhem.
1779 Groningen en Fort Coevorden.
1780 Groningen.
1784 Tholen, Rijsel, Scheldeforten.
1785 Steenbergen, Den Bosch.
1786 Nijmegen.
1787 Naarden.
1789 Bergen op Zoom.
1790 Vlissingen, Middelburg.
1791 Middelburg, Vlissingen, Tholen, Zierikzee.
1792 Zutphen, Doesburg
1793 Zutphen, Doesburg.
1794 Breda.
Op 31 maart 1793 overlijdt Van Pabst, inmiddels Generaal Majoor, te Delft en hij wordt opgevolgd door Generaal Majoor Alexander, Graaf van Wartensleben.
In her regiment was circa 40% der officieren buitenlander.
In 1793 vond in het licht van de Franse dreiging een reorganisatie van het leger plaats.
Er waren 27 infanterie met elk 2 grenadierscompagnieën. Deze 54 compagnieën werden hergegroepeerd tot 9 grenadiersbataljons van elk 6 compagnieën. Of Adolphus bij deze reorganisatie betrokken was is niet bekend.

(notities Peter E. Hollander)

Occupation
Shared note

De militaire loopbaan van Adolphus Decker

Hij behoort 27-3-1781 als grenadier bij de lijfcompagnie van het 1e Bataljon van het regiment infanterie van de Kolonel Baron van Pabst en is gelegerd in het garnizoen Groningen. Grenadiers hebben tot taak het werpen van handgranaten naar de vijand. Bestorming van bressen. Zij zijn voorzien van een geweer met bajonet en een tas met 20 handgranaten.
Hij is dan 23 jaar oud en lang 5-9-2 (1.80m). Hij is de vijfde in lengte van totaal 47 man. De minimumlengte was 5-4 Rijnlandse maat. Waarschijnlijk is hij in Oktober 1774 als soldaat begonnen. In latere stukken staat, “aan wie gepresenteerd en door wie goedgedaan”: Col. Pabst. Blijkbaar zijn eerste officier in het Staatse leger.
Op 24-3-1785 wordt hij korporaal en op 14-3-1793 wordt hij aangesteld als Capitain des Armes. Dit is hoofd van de wapenkamer, een sergeantsrang. Op 25-3-1794 wordt hij sergeant. Hij heeft dan 3 jaar 11 maanden en 23 dagen in de E compagnie gediend en 16 jaar en 5 maanden in de A compagnie. Op 30 juni 1795 gaat hij met pensioen. Op die datum komt het leger onder supervisie van de Fransen.
Uit de militaire gegevens blijkt dat Adolphus Decker is geboren in Obernetphen bij Siegen (in Nassau). Hij is van de Roomse religie.
In 1780/81 was blijkens een onderzoek ca. 45% van de in diensttredende militairen buitenlander. Hiervan was ca. 80% Duitser en daarvan kwamen velen uit Nassau. Met name de uit Siegen aangeworven soldaten golden meestal als zeer trouw aan de Oranjes. Hierbij is ook de invloed van Johan Maurits van Nassau Siegen van belang. Een sergeant verdiende toen 33 gulden per 42 dagen. Het verlengen van de kalendermaand in de loop der eeuwen tot 32, 42 en soms zelfs 48 dagen was uit geldgebrek.

De politieke situatie onder Prins Willem V

In 1784 ziet de Prins zich genoodzaakt uit Den Haag te vertrekken. De Stadhouderlijke familie verbleef sindsdien in het Oosten van het land. In Hattum accepteert het volk een Prinsgezinde burgemeester niet. Willem V organiseert september 1786 een strafexpeditie met behulp van Gelderse troepen uit Brabant. Als reactie schorsen de Staten van Holland de Prins als kapitein-generaal over
“hun leger”. Tevens roepen zij hun regimenten (ca.58%van het leger) terug naar het gewest Holland. In de zomer van 1787 gaat zijn vrouw op reis van Nijmegen naar Den Haag om het gezicht van de Oranjes te laten zien. De Prins zelf durfde niet. Bij Goejanverwellersluis wordt zij tegen gehouden. Willem V roept de hulp in van zijn zwager Frederik Willem II van Pruisen.
De vesting Naarden had het garnizoen versterkt op 18-9-1787 met troepen uit het Gooi als er een Pruisische divisie in het Gooi verschijnt. Naarden kiest geen partij tussen Patriotten en Prinsgezinden. De garnizoenscommandant, de prinsgezinde kolonel Baron de Mattha, gaat op 25-9-1787 naar Amsterdam vooroverleg met de commissie van defensie. De stadsregering geeft dan op 27-9-1787 de vesting over aan de Pruisen. Op 1-10-1787 marcheert het bataljon Infanterie Van Pabst uit Naarden. De Pruisen blijven circa 7 weken ingekwartierd in Naarden. Op 1-2-1793 verklaart Frankrijk de oorlog aan de Koning van Engeland en aan de Stadhouder der Nederlanden(dus niet aan de volken, maar aan hun tirannen).
In 1793 en begin 1794 zag het Nederlandse leger kans Franse aanvallen in België af te slaan, maar toen was men aan het eind van zijn krachten en langzamerhand week men voor de overmacht naar het Noorden terug. In januari 1795 trokken de Fransen o.l.v. Pichegru de bevroren rivieren over. Op 19januari verscheen een afdeling in het Gooi. De stad Naarden wordt overgegeven aan de Fransen. De Prins was inmiddels vanuit Scheveningen naar Engeland gevlucht.

Het regiment van Pabst

De militaire loopbaan van Arnold Jacob Hendrik Maurits van Pabst begint in 1762. In 1772 wordt hij kolonel commandant bij het regiment Nationalen nr. 18.Op 18-6-1781 wordt hij kolonel, het regiment heet voortaan regiment Pabst. Op 15-10-1787 wordt hij generaal majoor. Pabst volgt in 1772 François van Aertsen van Sommelsdijk op als kolonel
De legerplaatsen van het regiment zijn:
1773 Den Bosch.
1774 Steenbergen,Willemstad/Tholen,Lillo/Scheldeforten
1777 Arnhem Doesburg.
1778 Arnhem.
1779 Groningen en Fort Coevorden.
1780 Groningen.
1784 Tholen, Rijsel, Scheldeforten.
1785 Steenbergen, Den Bosch.
1786 Nijmegen.
1787 Naarden.
1789 Bergen op Zoom.
1790 Vlissingen, Middelburg.
1791 Middelburg, Vlissingen, Tholen, Zierikzee.
1792 Zutphen, Doesburg
1793 Zutphen, Doesburg.
1794 Breda.
Op 31 maart 1793 overlijdt Van Pabst, inmiddels Generaal Majoor, te Delft en hij wordt opgevolgd door Generaal Majoor Alexander, Graaf van Wartensleben.
In her regiment was circa 40% der officieren buitenlander.
In 1793 vond in het licht van de Franse dreiging een reorganisatie van het leger plaats.
Er waren 27 infanterie met elk 2 grenadierscompagnieën. Deze 54 compagnieën werden hergegroepeerd tot 9 grenadiersbataljons van elk 6 compagnieën. Of Adolphus bij deze reorganisatie betrokken was is niet bekend.

(notities Peter E. Hollander)

Civil marriage

Peter E. Hollander: Huwelijk voltrokken voor Schout en Schepenen van Naarden: hij was Rooms, zij Hervormd

Occupation
Shared note

De militaire loopbaan van Adolphus Decker

Hij behoort 27-3-1781 als grenadier bij de lijfcompagnie van het 1e Bataljon van het regiment infanterie van de Kolonel Baron van Pabst en is gelegerd in het garnizoen Groningen. Grenadiers hebben tot taak het werpen van handgranaten naar de vijand. Bestorming van bressen. Zij zijn voorzien van een geweer met bajonet en een tas met 20 handgranaten.
Hij is dan 23 jaar oud en lang 5-9-2 (1.80m). Hij is de vijfde in lengte van totaal 47 man. De minimumlengte was 5-4 Rijnlandse maat. Waarschijnlijk is hij in Oktober 1774 als soldaat begonnen. In latere stukken staat, “aan wie gepresenteerd en door wie goedgedaan”: Col. Pabst. Blijkbaar zijn eerste officier in het Staatse leger.
Op 24-3-1785 wordt hij korporaal en op 14-3-1793 wordt hij aangesteld als Capitain des Armes. Dit is hoofd van de wapenkamer, een sergeantsrang. Op 25-3-1794 wordt hij sergeant. Hij heeft dan 3 jaar 11 maanden en 23 dagen in de E compagnie gediend en 16 jaar en 5 maanden in de A compagnie. Op 30 juni 1795 gaat hij met pensioen. Op die datum komt het leger onder supervisie van de Fransen.
Uit de militaire gegevens blijkt dat Adolphus Decker is geboren in Obernetphen bij Siegen (in Nassau). Hij is van de Roomse religie.
In 1780/81 was blijkens een onderzoek ca. 45% van de in diensttredende militairen buitenlander. Hiervan was ca. 80% Duitser en daarvan kwamen velen uit Nassau. Met name de uit Siegen aangeworven soldaten golden meestal als zeer trouw aan de Oranjes. Hierbij is ook de invloed van Johan Maurits van Nassau Siegen van belang. Een sergeant verdiende toen 33 gulden per 42 dagen. Het verlengen van de kalendermaand in de loop der eeuwen tot 32, 42 en soms zelfs 48 dagen was uit geldgebrek.

De politieke situatie onder Prins Willem V

In 1784 ziet de Prins zich genoodzaakt uit Den Haag te vertrekken. De Stadhouderlijke familie verbleef sindsdien in het Oosten van het land. In Hattum accepteert het volk een Prinsgezinde burgemeester niet. Willem V organiseert september 1786 een strafexpeditie met behulp van Gelderse troepen uit Brabant. Als reactie schorsen de Staten van Holland de Prins als kapitein-generaal over
“hun leger”. Tevens roepen zij hun regimenten (ca.58%van het leger) terug naar het gewest Holland. In de zomer van 1787 gaat zijn vrouw op reis van Nijmegen naar Den Haag om het gezicht van de Oranjes te laten zien. De Prins zelf durfde niet. Bij Goejanverwellersluis wordt zij tegen gehouden. Willem V roept de hulp in van zijn zwager Frederik Willem II van Pruisen.
De vesting Naarden had het garnizoen versterkt op 18-9-1787 met troepen uit het Gooi als er een Pruisische divisie in het Gooi verschijnt. Naarden kiest geen partij tussen Patriotten en Prinsgezinden. De garnizoenscommandant, de prinsgezinde kolonel Baron de Mattha, gaat op 25-9-1787 naar Amsterdam vooroverleg met de commissie van defensie. De stadsregering geeft dan op 27-9-1787 de vesting over aan de Pruisen. Op 1-10-1787 marcheert het bataljon Infanterie Van Pabst uit Naarden. De Pruisen blijven circa 7 weken ingekwartierd in Naarden. Op 1-2-1793 verklaart Frankrijk de oorlog aan de Koning van Engeland en aan de Stadhouder der Nederlanden(dus niet aan de volken, maar aan hun tirannen).
In 1793 en begin 1794 zag het Nederlandse leger kans Franse aanvallen in België af te slaan, maar toen was men aan het eind van zijn krachten en langzamerhand week men voor de overmacht naar het Noorden terug. In januari 1795 trokken de Fransen o.l.v. Pichegru de bevroren rivieren over. Op 19januari verscheen een afdeling in het Gooi. De stad Naarden wordt overgegeven aan de Fransen. De Prins was inmiddels vanuit Scheveningen naar Engeland gevlucht.

Het regiment van Pabst

De militaire loopbaan van Arnold Jacob Hendrik Maurits van Pabst begint in 1762. In 1772 wordt hij kolonel commandant bij het regiment Nationalen nr. 18.Op 18-6-1781 wordt hij kolonel, het regiment heet voortaan regiment Pabst. Op 15-10-1787 wordt hij generaal majoor. Pabst volgt in 1772 François van Aertsen van Sommelsdijk op als kolonel
De legerplaatsen van het regiment zijn:
1773 Den Bosch.
1774 Steenbergen,Willemstad/Tholen,Lillo/Scheldeforten
1777 Arnhem Doesburg.
1778 Arnhem.
1779 Groningen en Fort Coevorden.
1780 Groningen.
1784 Tholen, Rijsel, Scheldeforten.
1785 Steenbergen, Den Bosch.
1786 Nijmegen.
1787 Naarden.
1789 Bergen op Zoom.
1790 Vlissingen, Middelburg.
1791 Middelburg, Vlissingen, Tholen, Zierikzee.
1792 Zutphen, Doesburg
1793 Zutphen, Doesburg.
1794 Breda.
Op 31 maart 1793 overlijdt Van Pabst, inmiddels Generaal Majoor, te Delft en hij wordt opgevolgd door Generaal Majoor Alexander, Graaf van Wartensleben.
In her regiment was circa 40% der officieren buitenlander.
In 1793 vond in het licht van de Franse dreiging een reorganisatie van het leger plaats.
Er waren 27 infanterie met elk 2 grenadierscompagnieën. Deze 54 compagnieën werden hergegroepeerd tot 9 grenadiersbataljons van elk 6 compagnieën. Of Adolphus bij deze reorganisatie betrokken was is niet bekend.

(notities Peter E. Hollander)

Occupation
Shared note

De militaire loopbaan van Adolphus Decker

Hij behoort 27-3-1781 als grenadier bij de lijfcompagnie van het 1e Bataljon van het regiment infanterie van de Kolonel Baron van Pabst en is gelegerd in het garnizoen Groningen. Grenadiers hebben tot taak het werpen van handgranaten naar de vijand. Bestorming van bressen. Zij zijn voorzien van een geweer met bajonet en een tas met 20 handgranaten.
Hij is dan 23 jaar oud en lang 5-9-2 (1.80m). Hij is de vijfde in lengte van totaal 47 man. De minimumlengte was 5-4 Rijnlandse maat. Waarschijnlijk is hij in Oktober 1774 als soldaat begonnen. In latere stukken staat, “aan wie gepresenteerd en door wie goedgedaan”: Col. Pabst. Blijkbaar zijn eerste officier in het Staatse leger.
Op 24-3-1785 wordt hij korporaal en op 14-3-1793 wordt hij aangesteld als Capitain des Armes. Dit is hoofd van de wapenkamer, een sergeantsrang. Op 25-3-1794 wordt hij sergeant. Hij heeft dan 3 jaar 11 maanden en 23 dagen in de E compagnie gediend en 16 jaar en 5 maanden in de A compagnie. Op 30 juni 1795 gaat hij met pensioen. Op die datum komt het leger onder supervisie van de Fransen.
Uit de militaire gegevens blijkt dat Adolphus Decker is geboren in Obernetphen bij Siegen (in Nassau). Hij is van de Roomse religie.
In 1780/81 was blijkens een onderzoek ca. 45% van de in diensttredende militairen buitenlander. Hiervan was ca. 80% Duitser en daarvan kwamen velen uit Nassau. Met name de uit Siegen aangeworven soldaten golden meestal als zeer trouw aan de Oranjes. Hierbij is ook de invloed van Johan Maurits van Nassau Siegen van belang. Een sergeant verdiende toen 33 gulden per 42 dagen. Het verlengen van de kalendermaand in de loop der eeuwen tot 32, 42 en soms zelfs 48 dagen was uit geldgebrek.

De politieke situatie onder Prins Willem V

In 1784 ziet de Prins zich genoodzaakt uit Den Haag te vertrekken. De Stadhouderlijke familie verbleef sindsdien in het Oosten van het land. In Hattum accepteert het volk een Prinsgezinde burgemeester niet. Willem V organiseert september 1786 een strafexpeditie met behulp van Gelderse troepen uit Brabant. Als reactie schorsen de Staten van Holland de Prins als kapitein-generaal over
“hun leger”. Tevens roepen zij hun regimenten (ca.58%van het leger) terug naar het gewest Holland. In de zomer van 1787 gaat zijn vrouw op reis van Nijmegen naar Den Haag om het gezicht van de Oranjes te laten zien. De Prins zelf durfde niet. Bij Goejanverwellersluis wordt zij tegen gehouden. Willem V roept de hulp in van zijn zwager Frederik Willem II van Pruisen.
De vesting Naarden had het garnizoen versterkt op 18-9-1787 met troepen uit het Gooi als er een Pruisische divisie in het Gooi verschijnt. Naarden kiest geen partij tussen Patriotten en Prinsgezinden. De garnizoenscommandant, de prinsgezinde kolonel Baron de Mattha, gaat op 25-9-1787 naar Amsterdam vooroverleg met de commissie van defensie. De stadsregering geeft dan op 27-9-1787 de vesting over aan de Pruisen. Op 1-10-1787 marcheert het bataljon Infanterie Van Pabst uit Naarden. De Pruisen blijven circa 7 weken ingekwartierd in Naarden. Op 1-2-1793 verklaart Frankrijk de oorlog aan de Koning van Engeland en aan de Stadhouder der Nederlanden(dus niet aan de volken, maar aan hun tirannen).
In 1793 en begin 1794 zag het Nederlandse leger kans Franse aanvallen in België af te slaan, maar toen was men aan het eind van zijn krachten en langzamerhand week men voor de overmacht naar het Noorden terug. In januari 1795 trokken de Fransen o.l.v. Pichegru de bevroren rivieren over. Op 19januari verscheen een afdeling in het Gooi. De stad Naarden wordt overgegeven aan de Fransen. De Prins was inmiddels vanuit Scheveningen naar Engeland gevlucht.

Het regiment van Pabst

De militaire loopbaan van Arnold Jacob Hendrik Maurits van Pabst begint in 1762. In 1772 wordt hij kolonel commandant bij het regiment Nationalen nr. 18.Op 18-6-1781 wordt hij kolonel, het regiment heet voortaan regiment Pabst. Op 15-10-1787 wordt hij generaal majoor. Pabst volgt in 1772 François van Aertsen van Sommelsdijk op als kolonel
De legerplaatsen van het regiment zijn:
1773 Den Bosch.
1774 Steenbergen,Willemstad/Tholen,Lillo/Scheldeforten
1777 Arnhem Doesburg.
1778 Arnhem.
1779 Groningen en Fort Coevorden.
1780 Groningen.
1784 Tholen, Rijsel, Scheldeforten.
1785 Steenbergen, Den Bosch.
1786 Nijmegen.
1787 Naarden.
1789 Bergen op Zoom.
1790 Vlissingen, Middelburg.
1791 Middelburg, Vlissingen, Tholen, Zierikzee.
1792 Zutphen, Doesburg
1793 Zutphen, Doesburg.
1794 Breda.
Op 31 maart 1793 overlijdt Van Pabst, inmiddels Generaal Majoor, te Delft en hij wordt opgevolgd door Generaal Majoor Alexander, Graaf van Wartensleben.
In her regiment was circa 40% der officieren buitenlander.
In 1793 vond in het licht van de Franse dreiging een reorganisatie van het leger plaats.
Er waren 27 infanterie met elk 2 grenadierscompagnieën. Deze 54 compagnieën werden hergegroepeerd tot 9 grenadiersbataljons van elk 6 compagnieën. Of Adolphus bij deze reorganisatie betrokken was is niet bekend.

(notities Peter E. Hollander)

Death
Shared note

was bij overlijden 51 jaar oud. (Begraafboek Ned.Herv. 14-9-1808).

Note

Peter E. Hollander: Nassauland

Adolphus Decker werd geboren in Hertzhausen op 11-1-1757 en op 16-1-1757 gedoopt in de St. Martinskirche in Obernetphen, een vroeg gotische kerk met als oorsprongsjaar 1239.
Obernetphen, een naam die niet meer gebruikt wordt, is een deel van Netphen, een voorstadje van Siegen in Nassauland. Rond de St. Martinskirche werden de eerste huizen van Obernetphen gebouwd.
De St. Martinskirche heet nu de Alte Martinskirche en is in gebruik bij de Evangelische Gemeinde.
De Nassaus waren na de Rijksdag te Worms in 1521 overgegaan naar het Protestantisme. In eerste instantie was de familie Luthers, rond 1570 gingen ze over naar het Calvinisme.
Johan VIII van Nassau is echter in 1612 door zijn huwelijk met de Prinses van Ligne teruggekeerd tot het Roomse geloof.
In 1623 volgde hij zijn vader op als regerend vorst over een deel van Nassau, waaronder Netphenland.
Het principe “cuius regio eius religio” (de religie van de vorst bepaalt de religie van zijn onderdanen) betekende in principe een terugkeer tot het Roomse geloof voor de regio. Tot 1651 is er om de St. Martinskirche geruzied.
Van 1651 tot 1895 werd de kerk zowel door Roomsen als Protestanten gebruikt.
In 1895 bouwden de Roomsen een nieuwe St. Martinskirche.
In 1634, tijdens de 30jarige oorlog, werd Obernetphen door een troep roofachtige soldaten onder leiding van Oberst Horst geplunderd. Ook de doopregisters etc. Werden vernietigd. Zij gedroegen zich als “heidenen en Turken”.
In 163-1637 heerste ook nog de pest.
In 1742 viel Netphenland toe aan Prins Willem Karel Friso, erfstadhouder van de Verenigde Nederlanden en was nu ook een deel van de grotere Oranjestaat.
Dat Adolph soldaat werd in het leger van Prins Willem V is dus niet zo vreemd.
In 1815 toen de Prins van Oranje Koning Willem I werd deed hij afstand van zijn deel van het Duitse stamland.
In het kantoor van de pastoor van Netphen bleek uitgebreide informatie voorhanden over diverse families, waaronder de familie Decker.

In het Staatse leger heeft van 1781 tot 1788 gediend Ludwig Decker uit Afholderbach. Hij was katholiek en in 1781 waarschijnlijk 21 jaar.
Zeer waarschijnlijk is dit familie van onze Adolphus.
In het telefoonboek van Netphen en omstreken zijn ca. 25 Deckers te vinden.

Note

Overleden op 31-10-1793,op 21-1-1800 en op 1-11-1805 een kind van Adolph Dekker.